Wij (Zij) Wij zijn jong en we willen wat! Wij willen leuk en goed betaald werk, een carrière Een lief… dit is niet altijd evident Een mooi huis met alles er op en er aan, liefst zo snel mogelijk Een grote vriendenkring Familie feesten En een KIND… ook niet altijd evident De volgorde kan nog al verschillen Wij willen niet huren Wij zijn in het verzet Wij willen wel maar zijn niet zeker of wij ons hele leven bij elkaar blijven Zesde zintuig is focus verleggen contact maken met de ander het kind Wij zijn allemaal gelijk we kunnen ons ontspannen Wiens gelijk ?
Hij en zij Of hij en hij Of zij en zij Wij Ik en gij |